In de Naam van Allah de Barmhartige de Genadevolle,
Laatste advies
De moeder van Imam Musa al-Kazim (a.s.) en vrouw van Imam Jafar al-Sadiq (a.s.), Umme Hameeda, zat in haar huis rouwend om het overlijden van haar geliefde echtgenoot en Imam.
Een goede vriend van haar man, Abu Basir, viel haar op tussen iedereen die gekomen was om de familie van de Imam (a.s.) te condoleren. Beide waren in stilte aan het huilen toen Umme Hameeda, Abu Basir aansprak.
Ze zei: ‘’Tijdens de laatste momenten in het leven van de Imam (a.s.) opende hij opeens zijn ogen en drong hij erop aan om al zijn verwanten, vrienden en naaste metgezellen zo snel mogelijk te zien. We waren erg bezorgd aangezien de manier waarop hij het ons verzocht bijna een bevel was. Iedereen die aanwezig kon zijn kwam meteen. Nadat iedereen er was zei de Imam: ‘Ons bemiddeling zal zeker niet diegene bereiken die het gebed verwaarloosd hebben.’ Dit waren zijn laatste woorden van advies voor iedereen die van hem hield.’’
De grootste aanbidding
Op een dag viel het Imam Jafar al-Sadiq (a.s.) op dat een vaste bezoeker zijn toespraak niet had bezocht voor meerdere dagen. Hij vroeg aan zijn vrienden of zij iets wisten over zijn verblijfplaats.
Hij kreeg hierop als antwoord: ‘’Ya ibne Rasool Allah, hij leidt aan een financiële crisis en hij staat op de rand van armoede.’’
De Imam (a.s.) vroeg: ‘’Wat doet hij hieraan?’’
De antwoord daarop was: ‘’Niets, hij staat continu te bidden in een hoekje van het huis.’’
De imam (a.s.) vroeg: ‘’Hoe komt hij rond?’’
De antwoord daarop was: ‘’Eén van zijn vrienden voorziet in het onderhoud van hem en zijn familie.’’
De imam (a.s.) zei: ‘’Bij Allah, de daad van zijn vriend is veel grootser in aanbidding dan die van hem.’’
Oplossen van problemen
Sufwan was aanwezig in het gezelschap van Imam Jafar al-Sadiq (a.s.) toen een burger van Mekka erg verontrust over iets aankwam. Hij ging naast de Imam (a.s.) zitten en omschreef zijn probleem tot in detail. Het ging over een financiële probleem dat verkeerd gegaan was door slecht beheer van beide partijen. De Imam (a.s.) beval Sufwan meteen om met de gelovige mee te gaan om hem te helpen bij het oplossen van zijn probleem.
Sufwan deed hetgeen wat hem werd gevraagd, hij loste het probleem op met de wijsheid en middelen waarmee Allah hem had gezegend.
Toen hij terug kwam vroeg de Imam hem: ‘’Wat is er gebeurd?’’
Sufwan zei: ‘’De almachtige heeft het probleem opgelost.’’
De Imam zei: ‘’Onthoud, het oplossen van een klein probleem dat een beetje tijd kost is meer waard voor Allah dan het circuleren rond de K’aaba voor zeven maal.
Laat mij een incident vertellen uit het leven van mijn grootvader Imam Hasan (a.s.). Op een dag kwam er een man naar hem toe en vroeg hem om hulp bij een probleem. Imam Hasan (a.s.) bedacht zich geen seconde en trok zijn slippers aan om met hem mee te gaan. Onderweg kwamen ze langs de moskee en zagen Imam Husain (a.s.) bidden.
De Imam (a.s.) vroeg hem: ‘Hoe kwam het dat je Husain ibn e Ali (a.s.) zag en niet naar hem ging?’
De man antwoordde: ‘Ik was geïnformeerd dat hij in een staat was van, ‘a’iteka’f’, aanbidding in isolatie.
De Imam (a.s.) zei: ‘Als Husain (a.s.) de kans kreeg om jou probleem op te lossen, dan zou dat meer waard geweest zijn dan een hele maand van ‘’aanbidding in issolatie’’. ‘’
De sterkste daad van geloofsovertuiging
Op een dag vroeg de Heilige Profeet (v.z.m.h.) aan alle aanwezige moslims: ‘’Welke daad van een gelovige geeft het sterkst de geloofsovertuiging weer, volgens de islam? ‘’
De een zei: ‘’het gebed’’, waarop nee het antwoord was.
Een ander zei: ‘’zakaat’’, waarop nee het antwoord was.
Weer een ander zei: ‘’vasten,’’ waarop nee het antwoord was.
De vierde vrijwilliger zei: ‘’Hajj,’’ waarop nee het antwoord was.
De vijfde zei: ‘’Jihad,’’ waarop nee het antwoord was.
De Heilige Profeet (v.z.m.h.) zei toen: ‘’Alle dingen die jullie hebben opgenoemd zijn groots en belangrijke benodigdheden van geloof, maar niet het antwoord op mijn vraag. Het juiste antwoord is: vriendschappen sluiten voor het genoegen van Allah en het verbreken van relaties voor de goedkeurig van Allah.’’
Speciale behandeling
De regels die geïnstutionaliseerd waren door de islam werden langzaam verwijdert door de continue heerschappij van de Umayyad en Abbasid koningen, die ervan hielden om uit te geven… en ze verwchtte uiterste respect en beleefdheid van andere mensen.
Het nobele, broederlijke en simpele interactieve leefwijze van de heilige Profeet (v.z.m.h.) en zijn grootmoedige metgezellen werd iets van het verleden, behalve een glimp die er opgevangen kon worden in zijn nobele huishouden (a.s.). Het meest trieste deel was nog dat de mensen zo gewend waren geraakt aan dit tirannieke gedrag van de koningen, dat ze dit begonnen te accepteren als gewettigde handelswijze van de heersers.
Op een dag wenste Imam Jafar al-Sadiq (a.s.) om naar een badhuis te gaan. Hij stuurde iemand om na te vragen wanneer geschikt tijd was voor de eigenaar van het badhuis.
Hij reageerde met uiterste respect zoals hij gewend was iedere eerbare burger te behandelen, hij zei: ‘’Zal ik anderen verbieden om het gehele badhuis in te komen terwijl u een badkamer bezit?’’
Verbijsterd antwoordde de Imam (a.s.): ‘’geen sprake van.’’
De verbaasde eigenaar vroeg: ‘’Waarom niet?’’
Waarop de Imam (a.s.) zei: ‘’Onthoud, de leefwijze van een gelovige is simpel, gastvrij en vrij van etiquette. Een ware gelovige vraagt niet om een speciale behandeling. Hij gelooft in het behandelen van mensen als gelijken van elkaar, niet als meesters en slaven.’’
Leven in deze wereld of er afstand van doen
Na de slag van Jamal trad Imam Ali (a.s.) de stad Basra binnen. Tijdens zijn verblijf ging hij langs bij zijn vriend, Rabi ibn e Ziad Harisi, om te kijken hoe het met zijn gezondheid gaat aangezien het niet goed met hem ging. Toen hij zijn huis bereikte zag hij dat zijn huis niet veel minder was dan een paleis. Hij reageerde op al het pracht dat hij zag en zei: ‘’Wat voor een nut kan dit vorstelijke huis hebben in deze wereld, als je verlangt naar zoiets in het hiernamaals. Maar Je kunt dit huis als een middel gebruiken om er één te verdienen in het hiernamaals.
Je moet erg gastvrij zijn naar je gasten en bezoekers toe; wees beleefd en vriendelijk tegen mensen; zorg ervoor dat je plichten richting je gelovige broeders vervuld worden in dit huis; help mensen hun rechten te verkrijgen zodat mensen dit huis zien als een plaats waar waarheid en rechtvaardigheid heerst. Kortom gebruik dit huis ook voor publieke doeleinden naast het persoonlijke gebruik. Dan zal je gered worden van egoïstische genoegdoening.’’
Rabi luisterde aandachtig en ging toen bij zijn broer Asim klagen.
‘’Wat is je klacht?’’ vroeg Ameer-ul Momineen (a.s.).
Rabi zei: ‘’Hij heeft afstand gedaan van de wereld. Hij heeft zich vervreemd van de wereld en alle mensen die erin zitten.’’
Imam Ali (a.s.) zei: ‘’Laat me met hem praten.’’
Toen Asim kwam groette Imam Ali (a.s.) hem en zei: ‘’O, vijand van jezelf! Het lijkt erop dat Satan je gezonde verstand heeft weggekaapt. Hoe kon je zo ongevoelig zijn naar de behoeften van je vrouw en kinderen? Denk je dat de almachtige Allah verontwaardigd wordt, als jij geniet van de legitieme genoten en zegens die hij jou heeft toebedeelt in je leven? Jij bent nu miniem geworden in het zicht van je schepper.’’
Asim antwoordde: ‘’O, Ameer-ul-Momineen (a.s.), jij bent ook net als mij. Jij verdraagt ook beproevingen en moeilijkheden geduldig, en leeft een leven met uiterste tegenspoed. Je kleed jezelf nooit met zachte dure materialen, en eet geen heerlijk eten. Ik probeer u na te doen en uw leefstijl te volgen.’’
Imam Ali (a.s.) legde uit: ‘’Jij betreed het verkeerde pad Asim. Er is een verschil tussen ons. Jij staat niet in mijn positie. Ik ben de leider, bevelhebber en begeleider van de ummah.
De plichten en verantwoordelijkheden van bevelhebbers en leiders zijn erg verschillend van een gewone burger. De gewone burger heeft niet dezelfde verplichtingen als de bevelhebber. De schepper van dit heelal heeft bevelen aan de bevelhebbers om een leven te leiden met een oog op de armste klasse in hun staat.
Volgens zijn bevel moet een rechtmatige leider de ongunstige condities van de armoedige klasse onder zijn bevel ervaren en beleven, zodat de armen niet leiden onder een minderwaardigheidscomplex, wat hen ongelukkig maakt en hun prestatie beïnvloedt. Dus mijn verantwoordelijkheden zijn totaal anders dan die van jou, tussen het pad die jij en ik moeten bewandelen is niets gemeen.’’
Zelfverloochening ten opzichte van rechtmatige genoten
Sufyan Suri behoorde tot een groep moslims genaamd Zahids en sufis, wat ontstaan was in het begin van 200 A.H. Zij weigerde de wereld en beschouwden de zegeningen en voordelen als verleidingen om mensen te verdrijven van de aanbidding van god. Ze pleitte voor eenvoud, grenzend aan de minimale niveau van overleving.
Op een dag kwam hij op bezoek bij Imam Jafar al-Sadiq (a.s.) en trof hem aan in een sierlijk witte gewaad van een duur materiaal. Hij bekritiseerde het meteen en zei: ‘’Je zou niet gekleed moeten zijn in zulke royale gewaden. Die zijn niet bestemd voor jou om jezelf ermee te verfraaien. De genoten en pracht van de wereld zouden vrome mensen als jou niet moeten besmetten. Ik bedoel dat je terughoudend moet zijn wat betreft lekker eten en prachtige kleding.’’
Imam Jafar al-Sadiq (a.s.) glimlachte en zei: ‘’Ik zou je graag iets willen uitleggen dat je zal bevoordelen in dit leven en het hiernamaals. Bovendien is het erg handig als je wilt dat je kennis over de islam groeit zodat je het kunt meedelen aan anderen. Maar als je doel is het creëren van onenigheid tussen moslims, dan zal je hetgeen dat ik ga zeggen verwaarlozen zoals alle andere onheil stichters.
Luister aandachtig.
Jij houd je vast aan de staat van het begin van islam. Jou gedachte ziet het beeld van de eenvoudige leefstijl van de Heilige Profeet (v.z.m.h.) en zijn metgezellen. Jij denkt dat die leefwijze een verplichting is geworden voor alle moslims tot aan de dag des oordeels. Eigenlijk is het omgekeerd, de Heilige Profeet (v.z.m.h.) en zijn trouwe metgezellen leefden in een tijd waarin moslim aan het overleven waren met het absolute minimum. Zodoende verschilden zij niet van de andere gelovige. Maar als een volk vindingrijk wordt en de zegenen ontvangt die voor de mensheid zijn gecreëerd, dan verdienen die personen die het dichtst bij Allah (s.w.t.) zijn deze zegeningen het meest; de vrome en godvrezende meer dan de goddeloze en onderdrukkende, de gelovige veel meer dan de ongelovige.
Jij beschouwt mij als zondig, als ik geniet van de zegeningen van de Almachtige Allah. Laat me je iets zeggen. Sinds ik volwassen ben geworden heb ik ervoor gezorgd dat het deel dat Allah (s.w.t.) heeft toebedeelt aan de naaste verwanten, de armen, de behoeftigen, de reizigers, de gevangenen en elk ander die een recht heeft over mij, hen heeft bereikt voor zonsondergang. Voor geen enkel moment op een dag ben ik nalatig of vertraagd in het vervullen van mijn plichten richting mijn medemens.
Sufyan was verbijsterd. Hij had geen antwoord dus stond hij op en ging naar zijn metgezellen. Hij deelde het gesprek die hij had met de Imam (a.s.) met hen. Ze besloten sterke argumenten voor te bereiden tegen de woorden van de Imam (a.s.), met ondersteunend bewijs uit de heilige Quran en de Sunnah.
Na een paar dagen bezocht de groep de Imam (a.s.) en zei: ‘’Ons vriend kon zijn kwestie met betrekking tot een eenvoudige leefstijl niet overtuigend voordragen, daarom zijn wij voorbereid gekomen om jou argument te verslaan met de onze op basis van onweerlegbaar bewijs.’’
De Imam (a.s.) antwoordde: ‘’Jullie zijn van harte welkom om jullie met bewijs ondersteunende redenering te presenteren.’’
Ze begonnen en zeiden: ‘’Ons bewijs is gebaseerd op de Quran.’’
De Imam (a.s.) antwoordde: ‘’Welk bewijs kan de verzen van de Heilige Quran verslaan. Ga je gang, ik ben erg benieuwd om het te horen.’’
Zij zeiden: ‘’Twee verzen van de Quran zijn voldoende om onze zaak en geloofssysteem te bewijzen. Allah de Almachtige heeft sommige metgezellen van de Heilige Profeet (v.z.m.h.) geprezen, aldus:
Toen de leider van de groep
“Though poverty did not allow them to fulfill their own needs, they regarded the needs of others above their own and helped them. Those will indeed be successful who are free of miserliness and niggardliness.”
en
“Though hungry themselves, they fed the poor, the orphan and the captive.”
Toen de leider van de groep stopte met praten, begon iemand uit het publiek hem tegen te spreken.
‘’Tot zover ik begrijp zijn jullie zelf onzeker en betwijfeld over jullie eigen overtuigingen. Jij wilt alle interesse in de goederen en bezittingen van mensen doden zodat ze alles delen onder bedelaars zoals jij, terwijl jij leeft van hun welverdiende inkomen. Bovendien heb ik jou deze eis nooit zien naleven. Jij kunt het zelf niet weerstaan om van lekker eten af te blijven, maar wilt andere moslims wel afhouden van dit genot.’’
De Imam (a.s.) bracht zijn metgezellen tot zwijgen en zei: ‘’Dit soort impulsieve uitvallingen bereiken nooit wat.’’
Hij richtte zich toen naar de sufis en vroeg: ‘’Jullie citeren de heilige Quran, maar weten jullie ook welke verzen zijn afgeschaft en welke verzen hiervoor als vervanging dienen; welke er duidelijk zijn en welke onduidelijk? Veel mensen in de ummah zijn op het dwaalspoor gezet door een gebrek aan informatie over de Quran.’’
De sufis zeiden: ‘’We moeten toegeven we zijn wel geïnformeerd tot op een bepaalde hoogte, maar zeker niet genoeg.’’
De Imam (a.s.) zei: ‘’Jullie probleem is daarom hetzelfde als alle anderen die misleid zijn. Je moet evenveel kennis hebben over de ahadith voordat je geloofsovertuigingen gaat aannemen die zich onderscheiden van diegenen die deze kennis [over de ahadith]hebben. Laten we de twee verzen die jullie hebben genoemd bespreken. In beide verzen is de Almachtige het genot van zijn zegens aan het verordenen als verboden (haram).
Hij is nederigheid, vrijgevigheid en opoffering aan het loven. Hij is die mensen aan het prijzen die op een bepaald punt voorrang gaven aan behoeften van anderen boven die van zichzelf, en in plaats van hun wetmatig verdiende verdiensten zelf te gebruiken gaven ze het aan anderen die in nood waren. Ze zondigen dus niet als ze dit niet zouden doen, want de Almachtige heeft ze niet geboden dit te doen of verboden dit te doen. Dus ze hebben zich groothartig en vrijgevig gedragen door hetgeen dat ze nodig hebben weg te geven en zelf moeilijkheden te verdragen. Hun beloning ligt zeker bij Allah de Almachtige.
De vers die jij hebt geciteerd bewijst jou standpunt niet, want jij veroordeelt de mensen die hun van hun hard verdiende geld genieten van de zegeningen van Allah (s.w.t.), terwijl de Quran jou niet toestaat dit te zeggen.
Deze vrome mensen demonstreerden de hoogte van vrijgevigheid en liefdadigheid, maar kort daarna heeft Allah (s.w.t.) wetten geopenbaard waarin de mate van het uitgeven aan anderen werd bepaald. De nieuwe wetten werden verplicht voor alle moslims, waardoor de eerdere uitleg over vrijgevigheid werd afgeschaft. Allah (s.w.t.) beperkte de gelovigen in het uitdelen van hun verdiensten aan anderen, als ze niet aan de benodigdheden van hun eigen familie hadden voldaan. De zwakken, ouderen en kinderen in de familie vinden het namelijk lastig om de moeilijkheden te verdragen die hen hierdoor wordt verplicht.
Als ik bijvoorbeeld een stuk brood heb en ik geef het weg, dan verhongert mijn familie terwijl het onderhouden van je familie verplicht is. Sommigen zullen ziek worden of zelfs overlijden. De heilige Profeet (v.z.m.h.) heeft de regels van liefdadigheid duidelijk uitgesproken. Hij zei:
‘Als een persoon stukken brood, dadels of geld heeft die hij wilt verdelen, dan moet hij deze eerst delen met zijn ouders, dan zij vrouw, kinderen en zichzelf, daarna bloedverwanten in de dalende volgorde en tot slot komen pas op de vierde plek de anderen.’
Dus komt liefadigheid pas op de laatste plaats te staan. Toen de heilige Profeet (v.z.m.h.) hoorde dat er een persoon uit Medina zijn gehele vermogen net voor het overlijden had besteed aan liefdadigheid en niets voor zijn familie had overgehouden, zodat zij moesten bedelen om te kunnen overleven, was hij (v.z.m.h.) erg boos. Hij zei dat hij hem nooit in een islamitische begraafplaats zou hebben laten begraven als hij dit had geweten.
Mijn vader Imam Muhammad Baqir (a.s.) citeerde de volgenden woorden van de heilige Profeet (v.z.m.h.) aan mij: ‘Zet je kinderen op de eerste plaats in de lijst van uitgaven. Vervolgens komt de rest in de lijn van bloedverwanten.’
In de heilige Quran staat duidelijke:
“The pious and God-fearing are those who are neither niggardly and miserly, nor over generous and extravagant in charity, but always moderate and balanced.”
Waar Allah (s.w.t.) vrekkigheid plaatst, zal hij (s.w.t.) ook grenzeloos veel liefdadigheid plaatsen. Gematigdheid is de richtlijn. Het is onrechtvaardig om je gehele welvaart uit te geven aan liefdadigheid en vervolgens aan god onderhoud te vragen. Onthoud dat god de gebeden van dit soort mensen niet zal accepteren. De heilige Profeet (v.z.m.h.) classificeerde de personen wiens gebeden niet geaccepteerd zullen worden.
Deze personen zijn:
- Diegenen die wensen dat hun ouders ziek zijn.
- Diegenen die een persoon geld uitlenen zonder een getuige of een bewijs op papier te zetten, waardoor ze hun recht in gevaar brengen.
- Diegenen die bidden voor verlossing van hun vrouwen…
“Persons who pray for deliverance from their wives, foregoing their right to divorce, or being cowardly and not using that right.”
- Diegenen die niksen en thuis zitten te bidden voor onderhoud vertonen hebzucht en onwetendheid. Ze zijn door hun heer gezegend met mogelijkheid te bewegen en actief te zijn, met sterke ledematen en spieren, handen, voeten, ogen, oren en hersenen. Zodat ze kunnen zien, horen en denken waardoor ze verschillende methoden kunnen bedenken om onderhoud te verdienen. Het doel voor het scheppen van deze organen was dat men hard zou werken en ze zou gebruiken om het leven tot stand te kunnen houden, vooruitgang te kunnen maken, plichtsgetrouw aan de heilige geboden te kunnen voldoen als een teken van dankbaarheid, en om geen last te worden voor anderen. Als men strijd en probeert dat te doen zoals is geboden, dan zal onderhoud vanzelf volgen. Als hij het probeert en niet slaagt, dan zal hij alsnog de genoegdoening krijgen zoals hij had verwacht. Hij zal zich niet schuldig voelen, als hij het probeert en het voor hem bestemd is te verliezen.
- Diegenen die gezegend zijn met overvloedige rijkdom en deze vervolgens verspillen aan te veel liefdadigheid, en vervolgens gaan bidden voor meer. Allah (s.w.t.) beantwoord hen dan met de volgende vragen:
- ‘Waarom heb je geen gematigdheid toegepast?’
- ‘Heb ik geen gematigdheid bevelen in vrijgevigheid?’
- ‘Heb ik je niet gewaarschuwd voor het geven van overmatige liefdadigheid?’
- Diegenen die bidden voor iets wat wreedheid richting anderen met zich meebrengt.
Allah (s.w.t.) heeft de grenzen van vrijgevig en liefdadige uitgaven uitgelegd, vooral nadat er een incident plaatsvond in het leven van de heilige Profeet (v.z.m.h.).
De heilige Profeet( v.z.m.h.) had enkele gouden munten die hij wilde uitgeven aan liefdadigheid. Hij wilde het niet uitstellen tot de volgende dag. Hij deelde de munten die dag uit totdat hij niets meer over had. De volgende ochtend stond er een arme voor zijn deur te bedelen voor liefdadigheid, aalmoezen en hulp. Hij had niets te bieden voor de arme man. Dat was het moment dat vers 29 van surah Asra geopenbaard werd waarin stond:
‘En houd uw hand niet gekluisterd aan uw nek en spreid haar ook niet geheel open uit zodat gij neerzit beladen met verwijten en benepen.’
De Ahadith van de heilige Profeet (v.z.m.h.) ondersteunen de geleverde regels door de Quran. Diegenen die in de Quran geloven, geloven ook de Ahadith.
Hazrat Salman i Farsi en Hazrat Abu Dharr zijn twee bekende vrome en godsvrezende gelovigen waar jullie allemaal wel over hebben gehoord. Hun levenswijze is beschreven zoals het bovengenoemde.
Hazrat Salman i Farsi legde zodra hij zijn inkomsten van de Bait ul Maal ontving altijd een deel apart, wat een jaar van zijn uitgaven zou dekken. Zodat elk vorm van enig overlast voorkomen werd. Mensen betwijfelden wat hij deed en zeiden: ‘Je ben een erg vrome man, alsnog voorzie je, jezelf voor een gehele jaar. Stel je overlijdt binnen een week, wat leveren deze voorraden jou dan op?’
Zijn wijze antwoord hierop was: ‘Ik kan ook niet overlijden. Waarom ga je ervan uit dat ik ga overlijden, en ga je er niet vanuit dat ik blijf leven voor het gehele jaar? Als ik overleef, dan zal levensbehoeften nodig hebben. Jullie realiseren je niet dan een persoon die leidt onder financiële problemen zijn heer niet zo vreedzaam en gemakkelijk kan dienen, als iemand wiens behoeften verzorgd wordt door anderen.’
Anderzijds had Abu Dharr enkele kamelen en schapen. Hij leefde van de schapenmelk en slachtte een schaap om zijn eigen vleesbehoefte te bevredigen, en om zijn gasten te voeden of om de behoeften van iemand te kunnen vervullen. Maar hij hield altijd een deel voor zichzelf apart als hij het vlees uitdeelde.
Kun je een ander die meer godsdienstig is dan hen noemen? Jullie hebben allemaal wel gelezen hoe de Profeet (v.z.m.h.) hun niveau van geloof en godvrezendheid lof prees. Deze mensen hebben nooit hun eigen behoeften verwaarloosd in de naam van vroomheid en gehoorzaamheid.
Vandaag prediken jullie voor een leefwijze dat de benodigdheden van de familie links laat liggen, adviseren jullie zelfloochening, scheiding van de wereld en het uitgeven van alle eigendommen aan liefdadigheid. Geen enkele eervolle metgezel van de heilige Profeet (v.z.m.h.) heeft ooit een dergelijke leefwijze aangenomen.
Ik waarschuw jullie oprecht met een overlevering geciteerd door mijn vader en voorouders over dat wat de heilige Profeet (v.z.m.h.) zei:
‘Een trouwe gelovige (Momin) is een vermenging van uitzonderlijke eigenschappen. Ook als zijn lichaam in stukjes wordt gesneden, of als alle landen in het oosten en het westen onder zijn macht zijn, hij zal hetzelfde blijven. Hij is dankbaar en gehoorzaam aan de almachtige Allah, want beide omstandigheden (tegenspoed en rijkelijke voorspoed) zijn even bekwaam en eervol voor hem.’
Denken jullie dat behoeftigheid een onmisbare staat is voor een Momin om zijn goedheid en grootmoedigheid te tonen? Jullie maken een fout. De waarde van een Momin zit in zijn ziel, zijn trouw en overtuiging. Of hij nu voorspoed of tegenspoed heeft, hij is altijd volkommen bewust van zijn verantwoordelijkheden en plichten, en voert deze uit met perfectie. Dit is waarom externe omstandigheden zijn edelmoedigheid niet bepalen; zijn smetteloze houding en gedrag in gemak en welgesteldheid, beproevingen en moeilijkheden bepalen het.
Ik zou graag willen weten of mijn uitleg tot nu toe voldoende is voor jullie of niet. Hebben jullie meer verklaringen nodig over dit onderwerp?’’
Ze wisten niet wat ze moesten zeggen.
Hij kreeg het gevoel dat ze meer uitleg nodig hadden, dus ging hij door:
‘’Ik zal het uitleggen vanuit een ander perspectief, in het begin van de Islam moest elke moslim tegen tien ongelovigen strijden. Als hij hierin niet slaagde dan was hij een zondig, ongehoorzaam en schuldig van het verwaarlozen van zijn plicht. Toen het aantal moslims steeg veranderede almachtige Allah de regelgeving vreedzaam, een moslim moest toen twee ongelovigen bestrijden.
Een ander perspectief is het islamitische rechtsstelsel. Ik zou je graag willen vragen wat voor wetten de Islam heeft opgelegd om rechtvaardigheid te verzekeren voor de onderdrukten en bestraffing voor de criminelen?
Stel er is een bezwaarschrift tegen één van jullie in de rechtszaal door je vrouw. Ze klaagt over verwaarlozing van de basis behoeften in haar leven. De rechter beveelt jou om je vrouw te onderhouden in haar wetmatige eisen. Hoe reageer je dan op deze vonnis, en hoe betaal je al haar uitgaven? Zeg je dan dat je afstand hebt genomen van inkomens gunstige activiteiten en je tijd besteed aan de aanbidding van god?
Zal jou excuus dan gegrond en aannemelijk zijn? Zal de vonnis van de rechter rechtvaardig en eerlijk zijn of onrechtvaardig en oneerlijk? Als je de vonnis als onrechtvaardig ziet, dan zal je openlijk de waarheid ontkennen naast het feit dat je de gehele ummah misleidt met je hypocrisie. Als je er mee instemt dat de vonnis rechtvaardig is, dan wordt je excuus nietig. Dit falsificeert jou gehele systeem van denken, en bewijst dat het geheel irrationeel, onredelijk en onuitvoerbaar is.
Laat ons nu de verplichte en de vrijblijvende uitgaven bekijken die een moslim verplicht is te maken. Een voorbeeld is de zakat die soms betaald moet worden en op andere momenten als een straf wordt opgelegd voor ongehoorzaamheid. Als de gehele ummah jou leefwijze van vroomheid en zelfverloochening wat gebeurt er dan met de noodzakelijke financiële systeem? zakat is verplicht op goud, zilver, schapen, kamelen, koeien en andere huishoudelijke dieren, dadels, rozijnen en soortgelijken. Wat zijn dan de voorwaarden voor de zakat financiën? Is het niet verplicht om het leven van de armen en behoeftigen te verbeteren, en de eigenaar te bevoordelen van de zegeningen in het leven?
Het doel van deze wetten is om men te motiveren om het maximale uit zichzelf te halen en zo veel mogelijk te bereiken en van deze baten en zegeningen te genieten. Als het doel van religie het verwaarlozen van de zegeningen in het leven was en het leiden van een leven in dreigende armoede, dan moeten de armen zeker op niveau van perfectie zitten zoals de bedoeling was van de schepper. Dus zou niemand hen financiële hulp moeten bieden, ze zouden in de staat waarin ze zich verkeren gelaten moeten worden, zodat ze niet onder het niveau van deze perfectie vallen. Aan de andere kant zouden de armen ook elk aanbod van hulp moeten weigeren, omdat ze deze hoge rang van perfectie niet willen verliezen.
Wat jij suggereert is dat iedereen die een eigendom heeft deze geheel moet weggeven, het verdeelt onder anderen waardoor je zakat ongeldig verklaart, de goddelijke wetgeving van de verdeling van welvaart. Laat me je waarschuwen, je betreed een zeer gevaarlijke en misleide pad wat het resultaat is van onwetendheid, onbekendheid met de verzen uit de Quran en onwetendheid over de sunnah en ahadith van de heilige Profeet (v.z.m.h.). Daarnaast weigeren jullie de authenticiteit van de ahadith te accepteren die jullie leefwijze niet ondersteunen, aanbevelen of aanmoedigen maar juist jullie leefwijze afwijzen, ook al ondersteunt de Quran de aanbevelingen in deze ahadith wel.
Jullie weigeren je zelf bedachte versie van religie op te geven, die jullie met dwaasheid hebben overgenomen, een misleide manier van leven dat niets te maken heeft met de islam. Daarnaast dwingen jullie ook nog anderen om het toe te passen! Jullie kunnen jammer genoeg geen onderscheid maken tussen de afgeschafte en verplichte verzen, het duidelijke en onduidelijke, de verplichtingen en verboden, noch kunnen jullie de fijne nuances ontcijferen en de uitzonderlijke aspecten verborgen in hen. Daarentegen verkondigen jullie trots een opvatting over het leven gebaseerd op de Quran.
Laat me jullie bevragen over de smeekbede van Sulaiman ibn e Daud (a.s.). In de Quran staat het volgende:
‘Mijn Heer vergeef mij en schenk mij een koningschap dat aan niemand zal toekomen na mijn heengaan.’ (38:35)
God zegende hem met een dergelijke koningschap. Er is geen twijfel dat een profeet niet kan bidden of vragen om iets dat niet juist is. De Quran of welke gelovige dan ook heeft nooit aangegeven dat deze verlangen ongelovig is, en heeft ook niet de motief achter deze verlangen van een dergelijke koningkrijk, ongeevenaard in pracht en praal betwist. Hetzelfde geldt voor zijn vader profeet Daud (a.s.).
Hetzelfde geldt ook voor profeet Yusuf (a.s.). Profeet Yusuf (a.s.) vroeg zelf aan de regerende koning: ‘Maak mij minister van financiën, want ik ben eerlijk en betrouwbaar.’ Geleidelijk werd hij de beheerder van het gehele rijk uiteenlopend van Egypte tot Jemen. De hongersnood had de omliggende gebieden enorm getroffen. Karavanen van mensen kwamen om granen te kopen om deze terug mee te nemen naar huis. Er is niet eens één incident waaruit blijkt dat dat Yusuf (a.s.) ooit iets verkeerd heeft gedaan. Hij heeft zijn plichten vervuld met absolute eerlijkheid en integriteit.
De Quran heeft ook het incident van Profeet Zulqarnain (a.s.) benoemd. Hij hield van god en was ook geliefd door hem, daarom heeft hij de profeet voorzien van alle essentiële kennis en kracht in één oogopslag, en maakte hem de heerser van alle landen van het oosten tot aan het westen.
Heren! Geef jullie gevaarlijk misleide pad van leven op en pas de ware uitgangspunten van de Islam toe.
Accepteer dat wat god heeft bevelen verplichting en als verboden, en stop met het bedenken van jullie eigen wetten.
Ga je niet inmengen in zaken waar je geen kennis over hebt.
Leer van diegenen die de kennis wel beschikken.
Behoed in het verwerven van kennis over de afgeschafte en verplichte verzen, de duidelijke en onduidelijke, de verplichtingen en verboden. Deze kennis is niet alleen bevorderlijk, maar het zal je ook bevrijden van dwaasheid en afwijkingen.
Neem afstand van onwetendheid, omdat het verbonden is aan de meerderheid. Jammer genoeg is er enkel een minderheid die hun verstand gebruikt en streeft naar kennis. Almachtige Allah zegt in de Quran:
“Wisdom is much, much higher than any person considered wise.”
http://www.al-islam.org/anecdotes-ahlul-bayt-ayatullah-murtadha-mutahhari/islamic-way-life